Zelhem – Rotterdam – Wereld – Hele Alles

Een boze dronken kinderwagen

 05-08-2012 04:08

Als een boze dronken kinderwagen stampt en zwoegt de auto door de Kazachstaanse steppe. De weg kan korte ribbels hebben, met 80 km per uur kom je daar het gladst overheen, sturen is lastig omdat de auto een beetje vliegt boven het wegdek. De weg kan ook golvend asfalt of zand hebben. Als je 60 rijdt raakt de auto in een cadans die steeds sterker wordt en bij de vijfde golf maakt de auto een sprongetje. De weg kan ook grote gaten hebben, of een diep ingesneden spoor met hoge middenberm. In Kazachstan hebben de wegen steeds combinaties van een aantal van die eigenschappen. Met een gemiddelde van 50 km per uur ploegen en zwoegen we noordwestwaarts om via de kortste weg Rusland te bereiken. Voorwaarde is een bezoek aan Astana voor een visum .
Dan klinkt er ineens een extra geluid. Auto aan de kant; tijd voor inspectie! Linkerachterband is lek. In perfecte samenwerking wisselen we de band, en we gaan weer voorwaarts. Dan is het volgens Kees al weer tijd voor inspectie. Rechterachterband lek. Nu staan we dus met twee lekke banden, en geen reserve meer. We houden een vrachtwagen aan met de vraag Kees en de band mee te nemen naar een garage. De chauffeur wil het zelf wel even fiksen. Hij heeft perslucht tot zijn beschikking via zijn vrachtwagen, pompt de band op en constateert een klein lek door een klap die een deukje in de velg heeft veroorzaakt. Grote hamer erbij om de velg weer uit te deuken. Band weer opgepompt, lek verholpen, wij blij. Aan de slag met de krik. De dopsleutel besluit het te begeven. Ook de krik laat de auto zitten, als ik hem bijna weer naar beneden heb gedraaid slaat ie ineens door en de auto valt naar beneden. Gelukkig zat de band er al goed onder. Niemand pijn gedaan, wel geschrokken. De krik ligt nu de natuur te vervuilen in een droge sloot, hij mag niet meer mee. Ondertussen lijkt de onder gezette band helemaal niet meer zo vol en rond. Ik hoor zacht gesis. Er zit toch nog een opening bij de velg. 
Oorspronkelijk plan hervat. We houden een vrachtwagen aan. Kees stapt in met de band onder z’n arm. Op zoek naar een garage. Ik blijf bij de auto. Als de vrachtwagen is uitgezwaaid sta ik bij de auto. Mijn hart bonkt ineens heel hard. Ik doe een plas, zet de gevarendriehoeken uit, ruim de auto op, probeer of ik via een andere provider misschien toch bereik heb, maak een zelfportret met de titel ‘vrouw wacht op terugkeer man uit oorlog’, en de rust keert terug. Op een verkeersbord zit een valkje, hij staart over de steppe en heeft vast zin in een klein vet zondagsmuisje. Hij zit op de punt van het driehoeksbord. Op onhandige wijze klimt hij langs een van de schuine zijden naar beneden, en dan is hij weg. En nu zit ik voor de auto op een van de klapstoelen. De zon staat laag en tovert met laag licht een prachtig landschap. Kees is nu een uur weg.
Het is nu 23:00 uur. We staan bij de auto en beide banden zijn bij opnieuw bij de garage. We staan aan de rand van een dorpje, de nacht is helder, met twee bewoners tellen we de sterren en de medailles van de Olympische Spelen, Kazachstan heeft al vijf gouden plakken.
Om 20:00 uur kwam Kees terug in een jeep, met vierjongens en een gerepareerde band. We reden nog even met de jongens mee om een krik te kopen en water te tanken. Met nieuwe moed op weg! Na nog geen 500 meter maakte de auto al weer dat bonkende geluid van een auto met lekke band. We lieten de auto staan en gingen in het dorp op zoek naar de monteur en de jongens. We vonden het huis van de monteur, maar de monteur zat in bad. Zijn zoontje herkende de jongens van Kees z’n foto’s en bracht ons naar hun huis. Eerst moest er soep gegeten worden en thee worden gedronken (gelukkig zonder boter, wel met pruimenjam, daar neem je eerst een hapje van en dan neem je een slokje thee met veel melk. We zaten in de zomerkeuken van de familie aan een binnenplaats. Waar de kinderen volleybalden, de ringtones klonken, rond de familiehuisjes modder en koeien.
En toen was het tijd om weer naar de auto terug te keren.
Vin