Zelhem – Rotterdam – Wereld – Hele Alles

De heftigste grens van Afrika

 17-08-2010 21:22

De grens overgaan van Benin naar Nigeria bij Krake doe je op de puntjes van je zenuwen. De formaliteiten zijn keurig en de opdringerigheid van ‘helpers’ is te overzien. Voor het eerst was er controle op gezondheid, op gele koorts. De inentingsboekjes geven keurig de benodigde stempels met de goede data weer, een check of die injecties ook werkelijk in ons zijn gegaan is er natuurlijk niet. De echte pittigheid zit in de rit naar de grens en de tocht naar Lagos. Vrachtwagens, brommers, tot taxi omgebouwde scooters, handkarren, personenwagens, iedereen wil onmiddellijk en met z’n allen de smalle modderige weg met gaten op. Duwen en toeteren is de werkwijze. Een motor met bijrijder met deur op schoot lijkt onze auto te raken. We stoppen, we zien niets zwaaien en lachen nog eens naar elkaar en gaan verder. Er zijn vrachtwagen die consequent aan de linkerkant van de weg rijden, de inhaalruimte is smal, maar de bereidheid om ingehaald te worden is nog veel smaller. Voor de grens worden veel auto’s, voorzien van een sticker uit de haven van Lome, met grote snelheid naar de besteller gereden. Elke minuut telt,maar schade moet vermeden worden. Ondertussen willen mensen natuurlijk ook de weg oversteken, zakdoekjes, pinda’s limonade, lappen stof, brood, bananen, telefoonkaarten, gedroogde papaya en chips aan je verkopen. En dan zijn er nog de gewone bedelaars, die je bij een gift eeuwige gezondheid toe wensen en bij een nee de hel. Natuurlijk schrikken veel mensen langs de kant van de weg zich een hoedje van die twee toubabs in het rode busje, zijn vervolgens blij en roepen hallo, welkom en de hartelijke tering, of krijgen de slappe lach. Over de grens wordt het al snel donker. We worden om de vijfhonderd meter aangehouden door de douane, de politie, de gezondheidsdienst, de antiterrorismebestrijding of onduidelijke mannen met of zonder wapen, met of zonder uniform. Dat paspoort en de carnet de passage zijn bijzaak, wat komen we doen, slapen we echt in de auto en hebben we nog aan een cadeau gedacht. Iets moois uit Nederland of gewoon geld. Daar hartelijk om lachen maakt de ander meestal ook aan het lachen en dan volgt een hartelijk goede reis. Onderweg zijn de kraampjes verlicht met brandende vetpotten. De kraampjes die zijn ingericht als restaurantje, een tafel met aan vier kanten banken en een grote pan op een brander midden op tafel zien er geweldig uit. Het lijkt op het grote plein in Marakesch en dan vertienvoudigd. Waar je anders een pakje zware shag voor moet roken adem je nu aan dieseldampen. En dan eindelijk wordt de weg een asfaltweg met strepen liks en rechts, en krijgt de bebouwing een stedelijk karakter. In blije stemming parkeren we op Victoria Island – Lagos.